Kinderen zijn gefascineerd door kruiden en vinden ze fantastisch omdat er iets mysterieus vanuit gaat. Vormen, kleuren en geuren van de kruiden voeden de fantasie en de verbeelding van het kind. Martine Van Huffel is Herborist en als docent verbonden aan de Europese Academie voor natuurlijke gezondheidszorg, maar zij is ook een goede verteller en auteur van kinderboeken met een duidelijke boodschap.
Martine schreef eerst ‘Leni’s kruidenboek’ waarmee ze met haar kleinkind Leni op zoek gaat naar de wondere wereld van de planten. Martine verraste iedereen door haar helder en poëtisch taalgebruik waarmee ze de wetenschappelijke kennis van de plantkunde en kruidengeneeskunde op het niveau van het kind brengt. Door het boek even om te draaien, wordt het een doe-boek zodat de jonge lezertjes meteen aan de slag kunnen om zelf allerlei bereidingen te maken. In haar tweede boek ‘ Raphaels kruidentocht’ neemt ze dit keer haar kleinzoon Raphael mee in de wereld van de ridders, een wonderlijke combinatie van de kruiden met heldhaftige ridderverhalen, burchten, ontdekkingstochten en avontuur. De denkwereld van dit jongetje gaat naadloos over in de al even fascinerende wereld van de kruiden.
KRUIDEN LEREN KENNEN
Kruiden zijn planten en een plantkundige noemt men een botanicus en een parfumeur noemt men een ‘neus’. Een imker kijkt anders naar kruiden en hun bijtjes zijn hun huisdieren en beschermelingen. Op enkele pagina’s maakt het kind kennis met koriander en weten ze dat een takje koriander de luizen verdrijft. Zonder bijtjes geen appels, aardbeien of abrikozen en korianderhoning smaakt heerlijk en is vooral gezond met al die natuurlijke suikers, vitaminen en mineralen. En waarom niet eens zelf een korianderkoekje maken of een heerlijke frisse zomersalade met vers korianderblad. U merkt hoe Martine het kind op een zachte wijze op sleeptouw neemt in de wonderlijke wereld van de kruiden en onopgemerkt de weg opent naar een gezonde voedings- en levenswijze. In deze tijd waarin kinderen eenzijdig ondergedompeld worden in de digitale wereld is er behoefte aan tegengewicht. Laat kinderen dromen en laat ze nog kind zijn in plaats van uitgebuite jonge consumentjes.
RIDDERS EN HUN TOERNOOIEN
In het tweede hoofdstuk brengt Martine de jonge lezertjes het belang van leefregels bij. Begrip als eerlijkheid, respect voor de dieren en de tegenstander, gevoel voor organisatie, enthousiasme, beloning en vooral eergevoel staan centraal in de toernooien van de ridders maar ook in het dagelijks leven van ieder kind en volwassene. Dit mooi ridderlijk verhaal brengt ons bij de Kattenstaart en het Wilgenroosje. De Kattenstaart met zijn dikke paarse bloempluim past wel goed op de helm van de kleine ridder. Wilgenroosje is een eerder bescheiden kruid dat we vaak in de natuur tegenkomen, maar goed helpt bij darmproblemen of diarree. Riddertoernooien, kruidenkennis en gezondheid worden geruisloos in elkaar gevlochten. Op het einde van een toernooi kreeg de ridder-kampioen, een krans van ereprijs, nog zo’n bekend kruid waarvan we nu de betekenis van de naam begrijpen. En met de Ereprijs komen we meteen terecht in de middeleeuwse kloostergeneeskunde waar vrome monniken als echte herboristen werkzaam waren. Ereprijs groeit overal, maar blijft laag bij de grond, vaak onopgemerkt en dat is jammer, want het is een waardevol kruid bij maagklachten of een ernstige verkoudheid. In een ridderverhaal mag zeker Ridderzuring niet ontbreken, een kruid dat bekend staat voor zijn zure en bittere smaak en verwant is aan zuring. Dragon is een kruid dat goed past in een ridderverhaal, want de naam is afgeleid van draak. Drakenbloed brengt ons bij Agrimonie een lieflijke en vriendelijke plant waarvan de Latijnse naam naar de koning verwijst en de roodbruine kleur van de kruidenthee aan drakenbloed doet denken. Binnen het ridderverhaal maken we nog kennis met de Grote klis, de grote Engelwortel, het Vlasleeuwenbekje en de Toorts.
RIDDERLIJKE BOMEN
Bomen zijn groot en geheimzinnig, zij zijn stevig in de grond geworteld en stralen kracht uit. Bomen maken zuurstof aan en spelen een grote rol in ons milieu, want ze trekken insecten, vogels en andere dieren aan. In dit prachtige kinderboek met mooie illustraties maakt het kind kennis met de beuk, de berk, de els, de hazelaar, de zakdoekenboom, de bergpeper, de wilg en de eik, de koning van het woud. Deze bomen worden op een even fascinerende wijze besproken als de andere planten. Zo is de knotwilg een wilg die naar de kapper is geweest. Een kind dat dit boek leest ziet de wereld anders, gedraagt zich anders en wordt langs het verhaal van de ridders opgenomen in een wereld van de uitdaging, waar kinderen weer zelf initiatieven nemen, zich nooit vervelen en leren genieten van eenvoudige dingen.
EEN DOE-BOEK
U draait het boek om en u komt terecht in een doe-boek dat het kind aanzet om de opgedane kennis in daden om te zetten zoals het maken van een eigen kruidentuin, een pizzatuin. Het kind maakt kennis met een aantal kruiden die men zelf kan kweken zoals pimpernel, peterselie, oregano, tomaat, basilicum, look zonder look, enz. De mogelijkheid van een pottentuin wordt onder de loep genomen. Het doe-boek biedt gigantische mogelijkheden aan om de creativiteit en de verbeelding van het kind te stimuleren. Men leert er papier maken, maar ook vlaggen en wimpels of hazelnootpasta. Grenzeloze creativiteit wordt gekoppeld aan zinvolle vrijetijdsbesteding. Beide boeken zijn uitzonderlijk mooi geïllustreerd door Anne Ooms.
HET MODERNE KIND
Het moderne kind is verknocht aan zijn smartphone of videospelletjes en groeit op in een fantasieloze wereld zonder verbeelding wat zich uit in talrijke fysieke klachten of gedragsproblemen. Kinderen hebben te weinig verbeelding en dat maakt hen ziek. Beide boeken van Martine zijn een geschenk uit de hemel en tonen aan dat de mens niet kan gescheiden worden van de natuur. Wij leven in een wereld van glas en beton, maar vanuit ons DNA blijven we verbonden met wat in de natuur gebeurt, het dag en nachtritme, de wisseling van de seizoenen, de geuren en kleuren van de planten, ons voedsel is levendige natuur of zou dat toch moeten zijn. Wij zijn vreselijk ver afgedwaald van wie we echt zijn. Dit betekent niet dat we de vooruitgang vaarwel moeten zeggen, maar we moeten er anders mee leren omgaan en andere prioriteiten leggen. De coronacrisis leert ons dat we anders moeten gaan leven en dat betekent anders gaan denken. Beide boeken brengen een ommekeer in het pedagogisch denken. Wij bevelen beide boeken aan iedereen aan die begaan is met hun kinderen of kleinkinderen om hun een betere toekomst toe te wensen.