- In dit digitaal tijdperk is de mens op zoek naar compensatie en voelt zich spontaan aangetrokken tot de natuur. Tijdens wandelingen ontdekt u een rijkdom aan bessen, zaden, kruiden en eetbare gewassen. Lieve Galle schreef er een mooi en bruikbaar boek over. Ze zegt: ‘Je ontdekt dat wilde planten eten niet alleen lekker, voedzaam, duurzuur, leuk om te doen is, maar ook een van de beste manieren is om je met de natuur verbonden te voelen.’
Even voorstellen
Lieve Galle studeerde af als Herborist aan de Europese Academie voor natuurlijke gezondheidszorg in Gent, zetelde verschillende jaren in de examencommissie en was werkzaam als docent voor het vak: ‘Natuurgeneeskundige adviezen’. In haar boek bespreekt ze het belang van ‘wildpluk’ of het plukken van eetbare gewassen en kruiden. Ze wijst erop dat dit niet overal kan. In beschermde natuurgebieden is het verboden om zo de flora zoveel mogelijk te beschermen. Uiteraard kan het ook niet langs wegbermen, waar nochtans een overvloed aan wilde planten groeit, omwille van de uitlaatgassen van auto’s en fijnstof, maar ook de microplastic partikels die veroorzaakt en verspreid worden door de wrijving van de autobanden op het asfalt. Planten hebben nochtans een zelfreinigende werking, maar als de vervuiling groter is dan dit vermogen, is er een probleem. Door de fijne en open structuur van het blad dringen deze ongewenste stoffen binnen, maar het kan ook door bodemvervuiling. Lieve wijst erop dat plukken in chemische landbouwgebieden niet kan, wel waar biologische landbouw wordt bedreven. Wildpluk gebeurt daarom selectief in natuurzuivere gebieden. In de Ardennen of grote landen zoals Frankrijk, Duitsland of Italië is wildpluk al eeuwenlang een nuttige en creatieve bezigheid. Sterrenchefs plukken verse kruiden, bloemen of plantjes om hun gerechten te versieren. Wildpluk steunt op het ecologische principe dat de natuur zichzelf herstelt, maar toch wijst Lieve erop dat dit op verantwoordelijke wijze dient te gebeuren en daarom past ze de regel van 1/20 toe, dus 1 plant plukken terwijl er nog 19 overblijven. Sommige wildplukkers houden het op 1/5 en dat is meestal niet verantwoord. Het oogsten van wortelgewassen is delicaat en laat ze liever over aan de echte kenners zoals herboristen. Omdat, op enkele uitzonderingen na zoals lavendel, goudsbloem, ui, knoflook enz. kruiden bijna altijd in het wild groeien zijn herboristen per definitie professionele kruidenplukkers.
Voedingsgewassen
Wildpluk richt zich zowel op voedingsgewassen als op kruiden. In haar boek staan 12 voedingsgewassen en 21 kruiden beschreven. De grens tussen beide is soms flinterdun. Bij een voedingsgewas domineren de macronutriënten zoals eiwit, vet en koolhydraat die voor de nodige calorieën zorgen. Vogelmuur, kleefkruid, veldzuring, kaal knopkruid, look-zonder-look, kleine veldkers, Japanse duizendknoop, melganzenvoet, zomer- en winterpostelein en de grote zandkool zijn voedingsgewassen. Ze hebben een lage calorische waarde omdat ze tot de groenten worden gerekend. Kruiden groeien op enkele uitzonderingen na altijd in het wild. In haar boek vinden we kruiden die we in eigen streek gemakkelijk aantreffen zoals heermoes, kamille, hop, bijvoet, daslook, rode klaver, duizendblad en lievevrouwebedstro. Bij kruiden domineren de genezende inhoudsstoffen. Keukenkruiden worden aan gerechten en sauzen toegevoegd om de smaak te versterken en om de vertering te vergemakkelijken. Ze leveren geen bijdrage aan de voedingsbehoefte, maar zijn van groot belang voor de gezondheid omdat ze hun genezende werking behouden. Voedingsgewassen, geplukt in de vrije natuur, zijn van uitzonderlijk grote waarde. Ze zijn niet gecultiveerd, hun eigenschappen zijn het resultaat van eeuwenlange natuurlijke selectie, aangepast aan de bodemgesteldheid en de klimatologische omstandigheden. Daardoor zijn ze bestand tegen insecten, schimmels, bacteriën en plantenziekten, met andere woorden, ze stralen van gezondheid. Ze hebben een stevige en vaste structuur en zijn daardoor iets taaier dan de gecultiveerde groenten uit de supermarkten. De moderne gewassen zijn zodanig veredeld om beter aan de smaak van de consument te beantwoorden en om de verkoop te stimuleren. Bitterstoffen zijn geneeskrachtig, maar ze worden zoals in witloof tot een minimum herleid, zeker in de hydrocultuur. Men doet er alles aan om groenten een zoete smaak te geven. In vergelijking met wilde gewassen zijn land- en tuinbouwgewassen niets anders dan doorgeschoten planten die grote hoeveelheden water bevatten. De voedingskwaliteit is er erg door verzwakt.
Het gebruik van wilde gewassen
Het is de bedoeling om wildpluk aan ons voedingspatroon toe te voegen, zeker in de lente, zomer en herfst want dan biedt de natuur ons erg veel. Wilde gewassen kan men goed integreren in de dagelijkse voeding. Wie het boek doorbladert, is snel verrast over de vele mogelijkheden. Van vers geplukte kruiden kan men een kruidenthee (kruideninfuus) bereiden. Verse kruiden zitten vol water en geven daardoor hun smaak- en inhoudsstoffen traag af, vandaar dat u een dergelijk infuus veel langer moet laten trekken. U heeft dubbel zoveel verse dan gedroogde kruiden nodig. Gedroogde kruiden zuigen snel grote hoeveelheden water op en geven hun geconcentreerde inhoudsstoffen snel af aan het water. Het boek ‘In het wild geplukt’ brengt u meteen bij de wilde gewassen en kruiden die zich uitstekend lenen voor het bereiden van botanisch water, probiotica, limonades, oxymel, smoothies, sappen, soep, kruidenazijn, salades, pesto, dips, hapjes, kruidenzout, warme gerechten en gezonde zoetigheden
Botanische kennis
Lieve Galle wijst er in haar boek op dat wie aan wildpluk wil doen, de planten goed moet kennen en raadt beginners aan om met één plant te beginnen. Paardenbloem, brandnetel of het madeliefje kent haast iedereen. Toch zijn er mensen die het verschil niet kennen tussen Sint-Janskruid en de giftige boterbloem. Soms is het niet zo eenvoudig want planten lijken vaak erg op elkaar. Wilde kervel is gemakkelijk te verwisselen met de giftige gevlekte scheerling, Sint- Janskruid mag u niet verwisselen met het giftige Jacobskruiskruid, de zwarte vlier met de dwergvlier, smeerwortel met het giftige vingerhoedskruid om er slechts enkele te noemen.
Kruiden
Kruiden zijn bijna altijd wilde planten met geneeskrachtige inhoudsstoffen. Ze worden geplukt, eventueel vers gebruikt of vakkundig gedroogd en bewaard om achteraf te gebruiken bij diverse kruidenbereidingen. De belangstelling voor kruiden is de laatste jaren sterk toegenomen. Ze worden gebruikt om de gezondheid te stimuleren, bij het behandelen van een ziekte of het ondersteunen van een genezingsproces. Hoewel kruiden binnen ieder gezin zonder enig risico gebruikt kunnen worden, is het toch belangrijk dat als iemand echt met kruiden wil gaan werken een vakkundige opleiding volgt tot herborist, fytotherapeut of aromatherapeut. Op professioneel vlak worden kruiden verwerkt tot allerlei toedieningsvormen zoals een infuus, tinctuur, alcoholatuur, kruidenolie, etherische olie, zalf, crèmes, cosmetica of lichaamsverzorging. Het boek ‘In het wild geplukt’ is een goede raadgever, met talrijke adviezen en recepten, eenvoudig en duidelijk geschreven, een boek dat u dichter bij de natuur brengt en meer inhoud aan uw leven geeft.
Titel: In het wild geplukt
Auteur: Lieve Galle
ISBN: 978 90 5615 802 6
NUR: 428
Formaat: 15 x 23 cm.
Aantal pagina’s: 168
Uitgever: Sterck & De Vreese
Prijs: 24,95 euro
Verkrijgbaar: in de boekhandel of bij de uitgever: www.sterckendevreese.nl.