Kanker is een gevreesde ziekte, maar toch zijn er positieve vooruitzichten. Het is lang niet meer een doodvonnis. De helft van de mensen die te horen krijgen dat ze kanker hebben, zal deze vreselijke ziekte overleven. Bij sommige soorten kankers ligt de overlevingskansen op 80 à 90%. Dat neemt niet weg dat er iedere dag en vaak jonge mensen tot de andere helft behoren en het niet overleven. Oncologen denken dat kanker evolueert van dodelijke naar chronische ziekte die met medicijnen, voeding en levenswijze onder controle kan gehouden worden. Ondanks het gegronde optimisme sterven er wereldwijd ieder jaar bijna acht miljoen mensen aan deze ziekte. Kanker is een oude ziekte die al bij de Egyptenaren werd beschreven. Vroeger zat deze ziekte vaak verborgen onder andere ziekten waardoor het niet altijd even duidelijk was. Bij de ontwikkeling van de industriële samenleving is kanker explosief toegenomen. Vooral de twintigste eeuw is gekenmerkt door een enorme stijging van kanker en vooral in de meest uiteenlopende vormen. Vandaar dat kanker als een moderne ziekte wordt omschreven. Uit de statistieken leiden we af dat de kans op kanker in de meest geïndustrialiseerde landen hoger ligt dan elders zoals in ontwikkelingslanden.

 

Kanker ontstaat doordat een cel verstoord geraakt en zich blijft vermenigvuldigen zodat er een gezwel ontstaat dat, als het eenmaal volgroeit is, zich uitzaait (metastase) zodat er nieuwe gezwellen ontstaan. Het lichaam wordt overwoekerd en totaal aangetast als men niet tijdig ingrijpt. Wetenschappers hebben vastgesteld dat 30% van alle kankers door verkeerde voeding wordt veroorzaakt, 30% door roken, 15% door erfelijke factoren en 25% door diverse oorzaken. Dat roken de kans op kanker verhoogd is algemeen bekend, maar dat voeding een zo belangrijke rol speelt wordt nog te gemakkelijk onderschat. Wie niet rookt en gezond eet, heeft 60% kans om deze ziekte niet te krijgen. Uitsluiten kan men dit nooit omdat er altijd een doorslaggevende factor aanwezig kan zijn. Wie niet rookt en zich gezond voedt heeft meer kans te genezen indien men kanker zou krijgen.

 

Doorslaggevend bij voeding is het gebrek aan verse, vitale voedingsmiddelen. Een groot deel van de bevolking voedt zich uitsluitend of overwegend met industrieel bereide en verpakte voedingsproducten. Men hoeft maar door een supermarkt te lopen om te weten wat mensen eten. De afdeling verse voedingsmiddelen is in verhouding met de rest erg klein van oppervlakte terwijl slechts een beperkt aantal klanten op deze afdeling hun inkopen doen. Waarom zijn verse voedingsmiddelen zo belangrijk? De mens heeft een verteringsstelsel dat al miljoenen jaren ongewijzigd is gebleven en werkt op basis van een enzymatisch verteringsmechanisme. Dit betekent dat ons verteringsstelsel alleen bij rauwe voeding optimaal functioneert. Vandaar dat rauwe voeding nog steeds onmisbaar is voor onze gezondheid en als preventie tegen kanker. Als we verse voedingsmiddelen in de eigen keuken bereiden dan slaagt ons verteringsstelsel erin dit min of meer te verteren. Eten we echter voedingsproducten die in de fabriek mechanisch en thermisch bereid zijn en in de keuken net voor het gebruik worden opgewarmd, dan mist men de levenskracht van verse voedingsmiddelen. Bovendien zijn deze voedingsproducten al vrij oud, vandaar de noodzaak van een vervaldatum. Bij conserven gaat dit tot vijf jaar. Aan voedingsproducten worden allerlei voedingsadditieven toegevoegd zoals smaak- , kleur- en geurstoffen, bewaringsmiddelen, zoetstoffen, vulstoffen en vele andere hulpstoffen die alleen bedoeld zijn om het product verkoopbaar te houden. Ons lichaam probeert daar nog uit te halen wat mogelijk is. Het etiket vermeldt de hoeveelheid eiwit, vet, koolhydraat, vitaminen en mineralen, maar dat is misleidend. De kwantiteit mag dan nog aanwezig zijn, de kwaliteit is niet vergelijkbaar met verse voedingsmiddelen.

 

De mens is daardoor verplicht om steeds grotere hoeveelheden van dit waardeloos voedsel te gebruiken om de noodzakelijke voedingsstoffen eruit te halen. Men eet veel, maar haalt er weinig uit en dat geeft aanleiding tot overgewicht, obesitas, suikerziekte en zelfs kanker. Niet iedereen die overwegend voedingsproducten eet krijgt kanker, alleen verhoogt men zijn risico. Waarom bepaalde mensen die alles doen wat niet goed is geen kanker krijgen en andere mensen die zich behoorlijk verzorgen toch slachtoffer worden, is moeilijk te verklaren. Erfelijke eigenschappen spelen zeker een rol. Als 30% van de oorzaak bij een verkeerde voeding ligt, hebben we er alle belang bij om ons gezond te voeden. Het is de beste preventie tegen kanker.

 

Onderzoekers wijzen erop dat vooral het gebrek aan vitaal stoffen zoals natuurlijke suikers, plantaardig vet, plantaardig eiwit, vitaminen, mineralen en ballaststoffen ontbreken bij het massaal gebruik van voedingsproducten. Vooral dierlijk eiwit en dierlijke vetten en het ontbreken van ballaststoffen verhogen het risico op kanker. Om de kans op kanker te verkleinen doet men er goed aan om dagelijks fruit en groente te eten, maar ook noten, zaden en pitten, gefermenteerde voedingsmiddelen en de voedingsproducten zoveel mogelijk te beperken. Het is aan te raden om dierlijke voedsel zoals vlees en vis eveneens te beperken of helemaal uit te sluiten. Naast een gezonde voeding zal men zich voldoende bewegen, stress beheersen, voldoende nachtrust hebben en een positieve instelling aannemen. Niemand kan u de garantie geven dat u nooit slachtoffer van deze ziekte wordt, maar het risico is in ieder geval beperkt. Mocht kanker toch toeslaan, is de kans groot dat u tot de groep behoort die de ziekte overleeft